Wat hoort bij wat?
De woordplaatjes bevatten 3 soorten te sorteren woorden volgens de lettervolgorde van de woorden :
1) tweeklankwoorden met op het einde een medeklinker: oor, aap, ijs
2) tweeklankwoorden met in het begin een medeklinker: zee, koe, bij
3) eenklankwoorden met in het begin en op het einde een medeklinker: tak, mes, wip.
Twee à drie kleurrijke puzzelplaatjes kunnen worden samengesteld tot een woord met de passende afbeelding: door het juist samenvoegen van de puzzelstukken ontdek je de afbeelding van het onderwerp bovenaan waarvan de volgorde van de letters van het woord onderaan juist is.
Woorden met 2 medeklinkers en korte klinkers hebben 3 puzzelstukken.
Woorden met een medeklinker en een tweeklank hebben 2 puzzelstukken.
De woorden zijn overzichtelijk voorgesteld met hun afbeelding en schrijfwijze op de binnenzijde van de opbergkist.
Elk samengesteld woord met de puzzelstukken kan in een vakje van de opbergdoos gelegd worden: de vakjes hebben dezelfde omtrek als de afbeeldingen.
In de handleiding staan de 14 verschillende spelvormen uitgelegd.
- vingermotoriek
- gedetailleerd kijken
- auditieve training
- kleuronderscheid
- vormonderscheid
- sorteren