Hoger-lagerkaarten
Het spel bevat 108 grote speelkaarten van groot formaat: 31cm x 21cm.
Hiermee kan het bekende “hoger- lagerspel” gespeeld worden.
1 groep (of speler) speelt met de rode kaarten, de tegenspeler(s) met de blauwe.
Er wordt een spelleider aangesteld.
Hij zet voor de aanvang van een spelronde, 10 rode kaarten op een rij en 10 blauwe kaarten op een rij, dit goed zichtbaar voor elke speler, en op die wijze dat alleen de achterzijde van de speelkaarten zichtbaar zijn (niet de cijferkant).
Nu kan gestart worden met het spel met de eerste speler of groep: bijvoorbeeld met de rode kaarten.
De spelleider draait de eerste kaart van de rij om een vraagt aan de eerste speler of de 2de kaart hoger of lager zal zijn: deze speler roept dan ofwel “hoger” ofwel “ lager”.
De spelleider draait dan de 2de kaart om naar de zichtbare cijferkant: ingeval “hoger” mag de speler verder spelen en raden voor de volgende kaart, zoniet is de tegenspeler aan de beurt met de blauwe kaartenrij.
Maar ingeval de eerste speler de volgende kaart ook goed raadde mag hij natuurlijk nog verder spelen.
Wie eerst op het einde van de rij kaarten aankomt is de winnaar.
Vermits er 54 kaarten zijn voor elk pakket is het mogelijk om in verschillende rondes te spelen (5 rondes van 10 en 1 ronde van 4 kaarten ofwel 6 rondes van 9 kaarten).
De kaarten zijn geïllustreerd met de symbolen zoals bij de gewone kaartspelen met de cijfers van 1 tot 10, de heer, de dame en de zot.
Als de spelers tegen elkaar spelen in groepen is het noodzakelijk dat de groepen eensgezind reageren en solidair overeenkomen wat betreft hun oordeel: hoger of lager.
Soms is beraadslaging nodig.
- vingermotoriek
- gedetailleerd kijken
- cijferonderscheid
- kansspel
- solidariteit in groepen bevorderen
- samenspel