Met andere woorden

Op de tweezijdig bedrukte opdrachtkaarten staat op de gele bovenzijde een kleurrijke afbeelding en staat onderaan het woord in duidelijke letters weergegeven.
Het woord heeft de afbeelding weer.
De speler kan het woord namaken met de in elkaar klik bare letterblokjes.
De letterblokjes kan je onderaan de opdrachtkaart plaatsen in de daarvoor voorziene lettervakjes.
Op de achterzijde van de opdrachtkaarten staat nogmaals dezelfde afbeelding als op de bovenzijde van het kaartje maar in en blauwe kleur en met onderaan het onvolledige woord met 1 à 2 letters weggelaten.
Het weggelaten stuk kan een begin-, midden-, of eindklank zijn.
De speler maakt nu het volledige woord met de letterblokjes en plaatst ze op de voorziene vakjes onderaan de afbeelding.
Controle is mogelijk door het volledige woord na te zien op de gele bovenzijde van de opdrachtkaart.
Doordat de blokjes van rechts naar links in elkaar gestoken worden werken de spelers altijd in de juiste leesrichting.
Spelers krijgen met het spel de gelegenheid om het woord eerst auditief te analyseren , de bijhorende klank in letters om te zetten en de woorden met de blokjes te schrijven.